Patja en Marat zijn jong en succesvol, ze wonen en werken in Moskou. Ze hebben het gemaakt: ze zijn ontsnapt aan de Kaukasus, dat nog ingeklemd zit tussen traditionele opvattingen en moderne ontwikkelingen, en dat te kampen heeft met politiegeweld, corruptie en islamitische terreur. Patja en Marat kennen elkaar niet, ze ontmoeten elkaar pas als ze beiden terugkeren naar hun geboortedorp. Meteen na die eerste ontmoeting worden ze verliefd. Het wordt een lange, moeizame reis naar hun trouwdag, want de ouders geven de voorkeur aan andere huwelijkskandidaten dan hun kinderen hebben gekozen. Niets in de Kaukasus is zeker, behalve dat hun geluk gedoemd is te stranden. Maar dat is niet de schuld van hun ouders. Het is de schuld van een crimineel die net is vrijgelaten uit de gevangenis…