‘Hm, misschien hebt u gelijk. Maar alles bij elkaar genomen mag er in het aantal schrijvelaars wel wat worden gesnoeid. Om literatuur in duizend hoofden te bewaren – daar hebben we de middelen niet voor. Oordeelt u zelf: we hebben gewoonlijk maar één thema, en, nu ja, ook niet meer dan één ideologie, natuurlijk. Als één arbeider met één schop op één dag één kubieke meter graaft, dan zullen duizend arbeiders met die ene schop in dezelfde tijdspanne diezelfde kuub graven. Ergo: als we de belletristische bezetting reduceren, kan dat ene thema worden bediend door één pen van dienst. Geen honderd honoraria maar één, geen honderd oplagen van tienduizenden stuks, maar één oertotaaluitgave in miljoenvoud. En wie moet er wanneer de dienst hebben? Stel dat we het op alfabetische volgorde doen, of…’
De eerste verhalenbundel van Sigizmoend Krzjizjanovski in het Nederlands, zeven verhalen dik. Misschien verlangt u na het lezen van de bundel wel naar meer. Dan lijkt het erop dat de wens van de schrijvers alter ego in ‘Autobiografie van een lijk’ is bewaarheid:
‘O, al sedert die vele mislukte experimenten met mijn eigen “ik” droom ik ervan om dan toch tenminste mijn intrek te nemen in andermans “ik”. Als u ook maar enigszins tot de levenden behoort, ben ik daar al in geslaagd. Tot spoedig.’